De meeste dromen zijn bedrog
Door: Raoul
Blijf op de hoogte en volg Raoul en Anne-Marie
20 September 2019 | Peru, Cuzco
We gaan met de bus van Cabanaconde naar Puno. De bus zou ons om 09:00 uur oppikken bij het hostel Pachamama, maar hij komt niet. Het hostel zoekt het uit en het blijkt dat de bus pas om 09:25 uur komt. Het is niet zo erg om te wachten, want in het dorp is er altijd wel wat te zien.
De chauffeur kan goed Engels en is tevens een soort gids. Hij geeft onderweg wat uitleg hier en daar. Eerst rijden we naar Chivay en daar moeten wij overstappen op een bus van 4M express.
In Chivay is het tijd om te lunchen. Een enorm buffet van Peruaanse gerechten staat klaar. Helaas is er te weinig tijd om van alles wat te proberen, omdat de bus van 4M al over ongeveer een half uur vertrekt. Naast onze tafel staat een muzikant die op allerlei (pan)fluiten zorgt voor extra sfeer. Tot nu toe horen we dit soort muziek niet veel, maar vooral salsa-achtige muziek.
De oorsprong van de "panfluit" is bijzonder. Hier noemen ze dit de zampoñas. Dit instrument bestaat al heel lang. Naar het schijnt ca 6.000 jaar. Het was en is overal ter wereld te vinden. O.a. in Mesopotamië, Egypte, India, China, Zuid Amerika en Oceanië.
Van het gezelschap moet een jong stel Fransen met dezelfde bus van 4M. We worden door de chauffeur netjes afgezet bij de vertrekplaats. Het is wel even spannend, want die Fransen laten nogal op zich wachten. Ohja nog even naar de wc, ohja nog even betalen... Ze hebben niet door dat de bus van 4M gewoon vertrekt met of zonder ons. Ook moeten zij nog pinnen… (dat laatste als we al bij de bus zijn) Ondanks de vertraging komen we gelukkig net op tijd aan bij de bus.
De busrit gaat langs verschillende gebieden. Het hoogste punt bij Patapampa is op 4.950 meter. Hier heb je een mooi zicht op de (nog hogere) besneeuwde bergtoppen en vulkanen. Daarna rijden we langs grazige weiden waar vicuñas in het wild leven. Dat zijn een soort kamelen. Die zijn tegenwoordig beschermd, want vanwege hun fijne en zachte wol zijn ze bejaagd en enorm in aantallen teruggelopen. De laatste tussenstop is bij het meer van Lagunillas op 4.174 meter. Daar zien we flamingos foerageren.
Onderweg zien we nog een regenboog die lijkt te ontstaan op een veld, hoog in de bergen. Hij is heel fel en we rijden er als het ware omheen. Nu moet ik even denken aan een theorie die zegt dat de Inca's hun bouwwerken hebben gebouwd op de fundamenten van beschavingen van vóór de zondvloed. Daarover straks meer.
Het was een lange rit, maar we komen goed aan in Puno. Met de taxi gaan we naar ons hotel: Nak Hoteles Plaza.
Zaterdag 14 september 2019
Puno ligt bij het Titicacameer. De lokale mensen geloven dat dit meer de geboorteplaats is van de zon. Het is het grootste meer van Zuid Amerika, is 8.340 km² groot (het IJsselmeer is 1.100 km²) en het ligt deels in Peru en deels in Bolivia. We verblijven hier op 3.860 meter hoogte.
Vandaag hebben we een rustdag en we gaan lekker wandelen in de stad. Langs het meer is een boulevard die wel enig onderhoud nodig heeft. Het ruikt hier ook niet zo fris, want het water staat laag en langs de kant worden kennelijk ook grote boodschappen gedaan. Hier zien we een kilometerslange markt die de stad inloopt. Hele straten zijn ervoor afgezet. Ze verkopen hier zo'n beetje alles wat je maar kan bedenken. We zien en ruiken allemaal verse en lokale producten zoals vis, vlees, kruiden, groenten, fruit, speelgoed en huisraad. De een heeft een enorme kraam en de ander alleen een kleedje met zoete aardappelen of een mandje met limoenen. Vlees en vis wordt klaar gemaakt waar je bijstaat. Ook zijn er vele eetkraampjes. Heel Puno en omgeving lijkt te zijn uitgelopen om erbij te kunnen zijn.
Bij de haven hebben we alvast tickets gekocht voor de ferry. Morgen gaan we het Titicacameer op.
Zondag 15 september 2019
We gaan met de ferry naar Uros en het eiland Taquile. Er gaan vele boten het meer op en de ferry is wel beste keus. We zien andere boten wegvaren met wel 30 à 40 personen. Op onze ferry zitten we met 15 personen. Tijdens het varen mogen we ook op het bovendek zitten. Het weer is goed en het water is rustig.
We komen al gauw in grote rietvelden terecht. Hier zitten veel vogels en het ondiepe water is helder. Na ongeveer een half uur komen we aan bij Uros. Hier wonen een paar kleine gemeenschappen op drijvende eilanden gemaakt van riet. De huisjes en boten zijn ook gemaakt van riet. Het binnenste deel van het riet is zelfs eetbaar. De mensen spreken hier Aymara. Oorspronkelijk zijn ze op deze drijvende eilanden gaan wonen om veilig te zijn voor de Inca's. Het is wel erg toeristisch hier en een heel stuk verderop liggen de drijvende eilandjes die niet kunnen worden bezocht. We mogen bij een vrouw genaamd Sandra binnenkijken. Zij woont met haar man en twee kinderen in een huisje. Binnen liggen twee matrasjes op de grond, een kastje en wat losse spullen. De "keuken" is buiten. Op een grote platte steen wordt een vuurtje gemaakt, want het eiland zelf is dus van riet. De bodem van het drijvende eiland is ongeveer een meter dik en wordt continue vernieuwd. Er zit veel vis, vooral forel, in het meer. Ze zijn daarom geheel zelfvoorzienend.
Daarna varen we 2,5 uur verder naar het eiland Taquile, 7 km² groot. Hier spreken de mensen Quechua en leven ze nog traditioneel. De mannen dragen door henzelf zelfgebreide mutsen met de welbekende oorflappen. De vrouwen dragen veelkleurige rokken en blouses. Op het plein is een of ander evenement bezig. Het hele dorp is uitgelopen en heeft traditionele kleding aan. De een nog mooier dan de ander. Kinderen zingen en dansen. Er speelt een bigband en de bewoners lopen achter elkaar op de muziek door het dorp. Mooi dat we dit kunnen zien. Ook dit dorp is zelfvoorzienend. We eten er gegrilde vis met groenten en rijst. Je kan hier ook overnachten om de lokale bevolking nog beter te leren kennen. Dat doen wij niet. Wij stappen aan de andere kant van het eiland op de boot terug naar Puno.
Op de boot leren we Elisa kennen, een Spaanse die op de Canarische eilanden woont. Zij reist alleen en doet alles zo goedkoop en avontuurlijk mogelijk. Van haar krijgen we een paar handige tips voor in Cuzco en bij Machu Picchu. Zij vertelt dat zij op school geen geschiedenisles heeft gekregen over Peru. Wat zij ervan weet is wat ze er zelf over heeft gelezen. Zij verbaasde zich erover dat de Peruanen zo vriendelijk zijn voor haar als Spaanse, gelet op het verleden.
Anne-Marie had vooraf nog gelezen dat er mensen zijn die op het eiland verdwalen en daardoor de ferry niet halen. Noodgedwongen moeten ze dan op het eiland overnachten. De terugreis per boot is dan ook extra duur.
Hier hadden we natuurlijk geen zin in. Het zat Anne-Marie kennelijk best diep, want ze had zelfs gedroomd dat we op het eiland vast kwamen te zitten. Voor de zekerheid hadden we wat extra spullen meegenomen en een hoofdlampje. Je weet maar nooit. Gelukkig zijn de meeste dromen bedrog, want we lopen zonder te verdwalen over het eiland en zijn netjes op tijd voor de ferry. Het was in het haventje wel even schakelen, want het gaat niet zoals afgesproken. De ferry vertrekt een kwartier eerder en we varen met een andere (luxere) boot terug.
Maandag 16 september 2019
Niet alle busmaatschappijen gaan naar Cuzco. We gaan dit keer met Cruz del Sur vanuit Terminal Terrestre. Deze bussen zijn nog luxer dan die van Oltursa. Je hebt zelfs je eigen schermpje om films te kijken. Je moet wel je eigen koptelefoon gebruiken. De rit duurt ongeveer 7 uur en dan komen we aan Cuzco.
Cuzco was de hoofdstad van de Inca's. De Spanjaarden hebben de Inca tempels vernield en hun kathedralen er bovenop gebouwd. Je kan de Inca funderingen daarvan nog wel zien. De stad (in het Quechua betekent qosq'o navel van de aarde) is gesticht door de eerste Inca koning, Manco Capac, in de twaalfde eeuw na Christus. Hij had van de zonnegod Inti de opdracht gekregen om de plek te vinden waar een gouden speer volledig de grond in zou verdwijnen. Op de plek waar nu het Plaza de Armas is stond toen een Inca paleis. De Spanjaarden schreven al hun ervaringen op. Ook de geschiedenis van de Inca's is opgeschreven. De beroemdste is wel de "Koninklijke kronieken van de Inca's" geschreven door Gómez de Figueroa, de buitenechtelijke zoon van een Inca prinses en een Spaanse kapitein.
Het is een gezellig drukke stad, met ook heel veel toeristen.
Dinsdag 17 september 2019
Vandaag bezoeken we 4 Inca ruïnes.
Er zijn grofweg twee bouwstijlen te onderscheiden. De megalitische en de ruwere.
De megalitische bouwwerken bestaan uit enorme rotsblokken die precies op en tussen elkaar passen. Er is geen cement gebruikt, want de ruimte tussen die stenen is zo klein dat je er geen papier tussen kan krijgen. De stenen zijn perfect glad en strak afgewerkt.
De ruwere bouwwerken zijn van kleinere stenen gemaakt. Er zit een soort cement tussen en al met al oogt dit vergeleken met de andere bouwstijl rommelig en niet mooi afgewerkt. De algemene theorie is dat de Inca's beide bouwstijlen hebben gebruikt, maar als je er zo voorstaat is het contrast wel erg groot.
We lopen in 2 kilometer heuvelopwaarts naar Saqsaywaman. Dit had een religieuze en militaire functie. Hier is een enorme veldslag geweest tussen de Spanjaarden en Inca's. Er is een groot veld tussen de twee ruïnes. Ooit heeft hier een toren met een diameter van wel 22 meter gestaan.
Van hieruit laten we ons met de taxi brengen naar Tambomachay. Dit is een kleine locatie met een groot stenen bad en nog steeds werkende fonteintjes. We wandelen naar de andere locaties.
Iets verderop ligt Puca Pucara, dit wordt ook wel het Rode fort genoemd. De stenen krijgen onder bepaald licht een rode tint.
De laatste locatie die we bezoeken is Q'enqo. Dat is een oude heilige plaats met in een grot een altaar. Het is voor sommigen kennelijk nog steeds een heilige plaats. Er zit zelfs iemand te mediteren. Later zien we in Cuzco nog meer spirituele plekken waar je bijvoorbeeld cocabladeren kan laten lezen of kan mediteren. Deze plekken hebben op veel mensen een bijzondere uitwerking. Wij zijn vooral onder de indruk van de indrukwekkende enorme megalieten en de bijzondere locaties hoog in de bergen.
Woensdag 18 september 2019
Met de taxi gaan we naar een standplaats waar een hele trits minibusjes klaar staan om naar Pisac te rijden. Voor 4 Soles p.p. wordt je in ongeveer een uur naar Pisac gereden. De chauffeur en nog een vrouw roepen als ware marktmeesters: Pisac, Pisac! En onderweg pikken we nog wat mensen op zodat we met een volle minibus rijden. We zijn de enige toeristen temidden van de lokale bevolking.
Aangekomen in Pisac kunnen we ofwel 2,5 uur klimmen naar de ruïnes of ons met de taxi laten afzetten en in 1,5 uur teruglopen. We kiezen voor het laatste. Daar hebben we achteraf geen spijt van. Het is een schitterende en uitgestrekte locatie grotendeels op de bergkam en steile hellingen. Er zijn nagenoeg geen toeristen en dat was gisteren wel anders. Je kan hier vrij tussen de ruïnes lopen en alles zelf ontdekken. De route terug is veel klauteren en klimmen. Het gaat door nauwe doorgangen en zelf door een kleine tunnel. Ongelooflijk hoe de Inca's de routes en trappen hebben aangelegd op deze moeilijke begaanbare plek. Bovenop zijn ceremoniële gebouwen en nog werkende irrigatiekanalen. De ruïnes worden omringd door enorme terrassen waar ze vanalles konden verbouwen.
De weg terug duurt een stuk langer dan opgegeven, maar dat is niet erg want er is enorm veel te zien.
Eenmaal beneden in Pisac kunnen we gelijk in de minibus stappen om weer terug naar Cuzco te rijden.
Kijktip: La Hija de la Laguna. Dat is een documentaire over de maatschappelijke keuze tussen goud voor de rijken of water voor de armen. (http://www.lachispa.eu/artikelen/goud-kun-je-niet-drinken/)
-
21 September 2019 - 06:17
Mama / Lies:
Het is zaterdagmorgen 7.45 uur, Ha , ik zie dat er weer een verslag is van jullie, dat eerst lezen en dan de krant als daar nog tijd voor is. Ik moet zo gaan werken.
Wat een geweldig mooi verslag, en spannend allemaal.
Het is wel enigzins aantrekkelijk om daar ook heen te gaan.
Jullie zitten af en toe wel in hoge sferen hoor.
Geen last van hoogteziekte?
Liefs mama
-
21 September 2019 - 06:18
Mama:
Neee,....zaterdagmorgen 5.45 uur bedoel ik -
21 September 2019 - 08:51
Lou:
Wat hebben jullie veel gezien. Ongelooflijk en zo leuk geschreven. Wat een prachtige reis en knap dat jullie dat allemaal zelf hebben uitgezocht. De laatste week is voor jullie ingegaan. Nog een mooie voortzetting van de reis. -
21 September 2019 - 08:57
Anneloes, Ruben, Mirthe En Viggo:
Wel een droom die uitkomt om daar te mogen zijn denk ik! Leuk dat jullie zoveel met ons delen! Have fun! -
21 September 2019 - 09:35
Jane:
Hallo wereldreizigers,
Wat een belevenissen, wat een avonturen! Prachtig om mee te reizen met jullie, via jullie verhalen.
Wat een beschaving was dat, die Inca's. Dat openbare vervoer brengt jullie overal en comfortabel, waar jullie willen zijn. Jullie reisverhalen zijn al bijna 120.000 maal bekeken! Nog een hele mooi reis verder en ik verheug me al op jullie volgend verhaal. Groetjes en liefs Jane
-
22 September 2019 - 10:56
Amanda:
Wat een leuke foto van Anne-Marie met die alpaca! Dacht even dat het Raoul was :D
Goede voortzet! Groetjes!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley